Tips voor een zo lang mogelijke levensduur van autobanden

De levensduur van een band wordt flink beïnvloed door de manier waarop er mee omgegaan wordt. De levensduur en veiligheid is alleen optimaal als er op de juiste manier met de band wordt omgegaan. Bijvoorbeeld door regelmatig de bandenspanning te controleren, balanceren, uitlijnen, op de juiste manier slijtage controleren, op tijd banden te vervangen en daarbij niet zomaar gebruikte banden monteren. Daarom hier een aantal tips op een rij, zodat een autoband zo lang mogelijk mee gaat. 

Bandenspanning controleren

Zorg dat de gebruiker regelmatig de bandenspanning controleert De juiste bandenspanning draagt bij aan een langere levensduur van de banden. Het wordt geadviseerd elke maand de bandenspanning te controleren. Dit kan hij het beste doen wanneer ze koud zijn. Zijn ze warm, tel dan 0,3 bar erbij op. De correcte spanning staat in het boekje met technische gegevens over de auto.

Balanceren

Het is belangrijk dat de wielen over de hele omtrek even zwaar zijn, waardoor de auto niet trilt of schudt bij hogere snelheden. Uitgebalanceerde wielen zorgen naast gelijkmatige slijtage ook voor een beter rijcomfort. Bij de montage van nieuwe banden is het noodzakelijk dat de banden gebalanceerd worden.

Uitlijnen

Bij uitlijnen wordt de stand van de wielen weer tot de juiste positie voor een optimale wegligging bijgesteld. Hiermee wordt scheeftrekken, onstabiel weggedrag en scheve bandenslijtage voorkomen. Dit verhoogt de veiligheid en de levensduur van de banden. Ook helpen goed uitgelijnde banden om brandstof te besparen.

Banden vervangen

Banden kennen een profieldiepte van het loopvlak welke langzaam slijt bij gebruik. De minimale profieldiepte van een band is wettelijk vastgesteld op 1,6 mm. Beter is het echter een minimale profieldiepte van 2 mm aan te houden. Een band met minder dan 1,6 mm profieldiepte komt niet door de APK-keuring.

Een nieuwe band heeft gemiddeld een profieldiepte van 8 mm. De banden moeten ook vervangen worden bij een niet te repareren lek, een niet goed uitgelijnde auto of een scheur in de zijwand. Ook na een noodstop of in het geval van extreem verouderde banden dienen de banden te worden vervangen om zo veilig de weg op te kunnen.

Slijtage controleren

Aan de slijtagegraad- indicatoren in de hoofdprofielgroeven valt te zien wanneer banden vervangen moeten worden. Slijtagegraad-indicatoren zijn kleine verhogingen in de groeven van het profiel. Als de dikte van het rubber gelijk is met deze verhoging (wettelijke limiet van 1,6 mm) moeten de banden verwisseld worden. Maar eerder is beter.

Gebruikte banden monteren

Monteer nooit gebruikte banden zonder hun voorgeschiedenis te kennen. Banden verouderen zelfs wanneer ze nooit of incidenteel gebruikt zijn. Laat daarom oude banden controleren door een bandenspecialist om er zeker van te zijn dat ze nog geschikt zijn voor verder gebruik. Extra aandacht verdienen banden gemonteerd op caravans en reservebanden: zij kunnen oud of verouderd zijn. Het wordt aanbevolen, deze na 6 jaar te vervangen.