Marktaandeel fastfitters stijgt bij periodieke bandenwissels

Fastfitters hadden vorig jaar een groter marktaandeel als het gaat om het verwisselen van de zomer- en winterbanden dan in 2012. Precies een kwart van deze periodieke wissels in 2013 vond plaats bij bedrijven als Kwik-Fit en Euromaster. Dat was het jaar ervoor nog 23 procent. Dat blijkt uit de Bovag Rai Aftersales Monitor 2013. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat ’periodiek banden verwisselen’ en het ’banden vervangen’ vorig jaar goed waren voor respectievelijk twaalf en vier procent van alle onderhoudsmomenten.

Het aandeel van fastfitters in de vervangingsmarkt daalde wel. Liet twee jaar geleden nog 37 procent van de autorijders de banden vervangen door de bandenspecialisten, vorig jaar was dat nog maar 32 procent. Ook zijn volgens consumenten de merkdealers zo’n twintig procent goedkoper zijn dan de bandenbedrijven als het gaat om periodieke wissels.

Vervangen

De autorijder lijkt ook steeds prijsbewuster te worden. Gaven consumenten in 2012 nog 312 euro uit aan het vervangen van banden, vorig jaar was dat gemiddelde bedrag gedaald naar 278 euro. Een daling van bijna elf procent. In vijftien procent van de gevallen deed de particulier vorig jaar zelf de vervanging van banden, terwijl dat het jaar ervoor nog dertien procent was.

Jaarlijks brengt onderzoeksbureau GfK in opdracht van automotive brancheorganisaties Bovag en Rai Vereniging de onderhouds- en reparatiemarkt voor personenauto’s in kaart. Doel is om het onderhouds- en reparatiegedrag van de consument te inventariseren en eventuele nieuwe trends en ontwikkelingen in een vroegtijdig stadium te onderkennen. Het onderzoek wordt uitgevoerd op basis van een continu panelonderzoek, waarbij jaarlijks ruim 5.000 auto’s gevolgd worden en bijna 11.000 onderhoudsbeurten worden geanalyseerd.

Onderhoud

Uit het onderzoek blijkt dat automobilisten in toenemende mate het onderhoud aan hun auto uitstellen. Deze ontwikkeling is sinds 2010 gaande. Eigenaren van auto’s die hun auto nog wel voor regulier onderhoud naar de garage brengen, doen dit in het algemeen even vaak als in voorgaande jaren, ruim twee keer per jaar.

De afname van het aantal reparatie- en onderhoudsmomenten komt mede voort uit de lagere APK-frequentie voor jonge benzineauto’s, grotere onderhoudsintervallen en hogere technische betrouwbaarheid. Daarnaast spelen de economische omstandigheden een rol, waardoor er überhaupt minder kilometers afgelegd worden en veel particulieren bovendien doelbewust de voorgeschreven onderhoudsbeurten overslaan en reparaties niet laten uitvoeren.

Reparatie

Bestedingen aan het onderhoud van de auto nemen af; gemiddeld was men vorig jaar 526 euro aan onderhoud en reparatie kwijt. In 2010 lag het gemiddelde jaarlijkse onderhoudsbedrag nog op 670 euro, 27 procent meer dan vorig jaar. De omzetdaling deed zich in alle sectoren van de markt voor, maar vooral de onderhoudsbesteding aan jonge auto’s (nul tot drie jaar) zijn in de afgelopen jaren sterk gedaald.

Tom van Gurp